Brabantse theaters mogen laag btw-tarief rekenen voor bier en wijn in pauze: 'Scheelt duizenden euro's per jaar’

 

Theaters De Kring (Roosendaal), De Bussel (Oosterhout) en De Leest (Waalwijk) mogen van het gerechtshof in Den Bosch alcoholhoudende pauzedrankjes van laag btw-tarief voorzien. Een uitspraak die landelijk voor alle theaters kan doorwerken.

Veel theaters maken gebruik van de ‘portemonneeloze pauze’. Bezoekers nemen halverwege de voorstelling een drankje dat op tafels of de bar klaarstaat en hoeven dat niet apart af te rekenen. Dat is immers al gebeurd in de entreeprijs. Daarin zit naast de administratiekosten ook de garderobe.

Bezoekers kunnen niet kiezen om géén drankje in het ticket op te nemen. Omdat het drankje ondersteunend is aan de voorstelling en geen product op zich, is het niet fair om 21 procent belasting te betalen over biertjes of wijn, zegt Jan-Hein Sloesen, directeur van Theater De Kring. Drankjes zonder alcohol vallen immers onder 9 procent btw.

Evenement was het hoofdproduct
Sloesen stapte naar de rechter, de twee andere theaters sloten zich snel aan. ,,Ik werd getriggerd door een rechterlijke uitspraak over een obstacle run in Noord-Holland. Daar oordeelde de rechter in hun voordeel, omdat de run het hoofdproduct was. Waarom zou dat bij ons dan anders zijn? In de Kring komen in de pauze 900 bezoekers naar buiten. Dan moet het wel doorlopen om ze in 20 minuten pauze wat te kunnen laten drinken.”

Wie geen pauzedrankje consumeert, betaalt dezelfde prijs. Dat maakt het een zogeheten ondeelbare economische prestatie.

De afgelopen jaren oordeelde de rechtbank in Breda in de drie aangespannen zaken in het nadeel van De Kring, De Bussel en de Leest. Sloesen: ,,In hoger beroep heeft het gerechtshof nu 100 procent anders geoordeeld. En terecht. Het drankje is geen hoofdprestatie, maar een bijprestatie. Als je geen theaterkaartje hebt, kun je ook niet komen drinken. De deur gaat op slot, wij hebben geen caféfunctie.”

‘Scheelt duizenden euro’s per jaar’
Bussel-directeur Charlotte Louwers: ,,Het pauzedrankje is een serviceproduct. Zonder theater zouden wij geen horeca hebben. Het is een principekwestie, maar het scheelt ons op zijn minst enkele duizenden euro’s per jaar.”

Sloesen: ,,In coronatijd scheelde het mij al 5000 à 6000 euro. Dus nu is dat nog meer. En dat is welkom in een branche waarin de marges niet altijd groot zijn.” ,,Een mooi voordeel voor theaters”, zegt belastingadviseur Dick Molenaar van All Arts, dat de drie theaters juridisch bijstond. ,,En dat is precies waarom de Belastingdienst zich er tegen verzette.”

De Belastingdienst kan de zaak nog aanhangig maken bij de Hoge Raad, mocht het Amsterdamse gerechtshof in een nog lopende zaak in Noord-Holland anders oordelen. ,,Zo niet, dan kunnen alle theaters in Nederland hier voordeel uit halen”, zegt Sloesen.

Bron: Ralph van Wolffelaar - BN DeStem