Flip Noorman gaat lekker apekooien met de liedjes van Tom Waits
Na een successhow met het werk van Leonard Cohen gaat zanger Flip Noorman nu het theater in met vertaalde liedjes van Tom Waits, ‘de verhalenverteller van de kromme bomen’. Wat maakt Waits zo'n grootse singer-songwriter? Vijf typische Waits-liedjes uit de voorstelling ontleed.
Of de muziek van Tom Waits zijn publiek net zo zal aanspreken als die van Leonard Cohen? Zanger Flip Noorman moet het nog zien: ‘Ik denk dat ze bij Waits eerder zeggen ‘Blijf er met je fikken vanaf’. Terwijl het bij Leonard Cohen echt was: ‘Spread the gospel!’ De 34-jarige Flip Noorman zit in een oefenruimte van het Batavierhuis, een broedplaats voor muzikanten in Rotterdam Delfshaven. Hier heeft hij de voorbije maanden met zijn band De Noormannen gewerkt aan eigen versies van de muziek van Tom Waits. De Amerikaanse muzikant is thuis in verschillende stijlen, zoals jazz, rock en vaudeville, maar is ook bekend om zijn ketelmuziek, waarbij hij gebruik maakt van oude instrumenten en bijzondere voorwerpen. Noorman: ‘Ik laat de muzikanten lekker apenkooien, ook tijdens de voorstelling. Vooral mijn percussionist Joost Wesseling bleef steeds maar weer dingen aanslepen: Afrikaanse trommels, kettingen, dienbladen en een geitenbel.’
Sinds zijn winst op het Amsterdams Kleinkunst Festival in 2014 maakte de singer-songwriter Flip Noorman vier albums met stevige muziek en duister-romantische liedteksten. In recensies werd hij, mede door zijn donkere zangstem, gelinkt aan Leonard Cohen en Tom Waits. Niet ten onrechte, want Noorman is van beiden een liefhebber. In 2019 maakte hij de hommage Flip Noorman zingt Leonard Cohen, een bejubeld theatraal concert waarin hij Cohens liedjes zong, deels in eigen Nederlandse vertalingen.
Flip Noorman: ‘De muziek van Leonard Cohen heeft soms haast een religieus karakter. Hij straalt uit: ‘Dit is de tempel Cohen, wees welkom’. Dat voel je bij het publiek. Violist Vera van der Bie en ik hebben in augustus nog opgetreden op het Leonard Cohen Event in Gent, een forum van fans van over de hele wereld. Ons optreden sloeg enorm aan, die mensen waren superblij dat we dit deden.’
Nu gaat Noorman op tournee met Flip Noorman zingt Tom Waits (in het Nederlands), waarin hij Nederlandse vertalingen zingt van nummers van de 73-jarige Waits, die sinds 2008 niet meer optreedt. ‘In mijn concert staat Tom Waits de verhalenverteller centraal’, aldus Noorman, ‘en in het Nederlands komen de verhalen toch directer binnen. Daarbij gaat de Nederlandse taal me aan het hart. Door te vertalen heb ik me het materiaal eigen gemaakt. Maar ik imiteer de stem van Waits niet en zet ook zeker geen hoedje op.’
Sinds zijn debuutalbum Closing Time uit 1973 groeide Tom Waits uit tot een veelzijdig muzikant met een artistiek hoogstaand oeuvre. Kenmerkend is zijn stem van schuurpapier, waarmee hij het leven aan de zelfkant bezingt. Waits heeft een trouwe schare fans en wordt bewonderd door collega-muzikanten, maar grote hits heeft hij nooit gehad. Flip Noorman typeert Waits in zijn voorstelling als ‘de verhalenverteller van de kromme boom’: ‘Hij bezingt de freaks, de buitenboordvallers, de schaduwkanten van de maatschappij. Tom Waits belicht altijd de kromme bomen. Je zult bij Waits niet zo snel een lied over een kantoorbaan horen.’
Wat maakt Waits zo’n grootse singer-songwriter? Vijf liedjes uit de voorstelling, door Flip Noorman verder ontleed.
1. Looking for the Heart of Saturday Night (1974)/ Op zoek naar het hart van zaterdagnacht
‘Dit is het oudste nummer dat ik zing in de voorstelling. Het is van Waits’ tweede album The Heart of Saturday Night. Tom Waits is begonnen als de man van de jazzy pianoballads, hij riep de sfeer op van de zaterdagnacht, net aan de goede kant van de kitsch. In die jazzy sfeer is hij zes albums blijven hangen. Zo werd Waits bekend als een ‘Blue Valentine’, een crooner van de onderbuik.
Als je deze plaat terugluistert, valt op dat Waits nog niet die kenmerkende gruizige stem heeft die we nu van hem kennen. Maar ik vermoed wel dat dat geluid is ontstaan tijdens de Saturday Night-tour. In de eerste tien jaar van zijn carrière heeft Waits oneindig veel opgetreden in bars en rondgezworven. Door zijn levensstijl, het vele roken, drinken en weinig slapen, is die stem zo rafelig geworden. Maar Waits merkte waarschijnlijk ook ‘dit wordt wel wat’, en is toen zijn stem meer als een act gaan gebruiken.’
2. Tom Traubert’s Blues (Four sheets to the wind in Copenhagen) (1976)/ Walsen met Mathilda
‘Een van zijn beroemdste nummers, en het eerste dat ik vertaalde. Het is ook bekend als Waltzing Mathilda. Het is een zwerverslied van het album Small Change, waarin Waits het Australische folkliedje Waltzing Mathilda heeft verwerkt. Het is straattaal: de ‘Mathilda’ is je rugzak, en ‘walsen met Mathilda’ is de straat opgaan. Waits maakt er een melancholisch, maar ook opbeurend lied vol compassie van: er zit schoonheid in het zwerversbestaan. Er komen zinnen voorbij die me raken, zoals: The fugitives say that the streets aren’t for dreaming now. In mijn vertaling is dat geworden: ‘Elke vluchteling weet / dat de straat geen dromen verdraagt.’
Als ik vertaal blijf ik trouw aan de oorspronkelijke metaforen. Waits is een geweldige tekstschrijver en dat wil ik zo goed mogelijk overbrengen. Ik heb vooral lang gedaan over de refreinen, omdat die bij Waits zo groovy zijn en de haak zijn voor het hele lied. Ook bij Waltzing Mathilda heb ik lang zitten dubben over enkele woordjes. Terwijl de coupletten me redelijk makkelijk afgingen.
Je voelt dat Waits heel duidelijk een thematiek heeft gekozen in dit lied, waardoor hij in de coupletten juist allerlei kanten kan opgaan. Hij is geïnspireerd door de ‘beat poets’: schrijvers als Jack Kerouac en Charles Bukowski. Die intuïtieve manier van schrijven vind ik interessanter dan een verhaaltje met een begin en een einde.’
3. Underground (1983)/ Ondergronds
‘De grote omslag in Waits’ carrière is het album Swordfishtrombones. Het bracht een schokgolf teweeg: mensen kenden Waits intussen als zanger van jazzy pianoballads, maar in het openingsnummer Underground brult hij er op los, begeleid door zware drums. Waits werkt hier met vervormde gitaren en een basmarimba, dat was een totaal andere sound. Van sommige artiesten wordt gezegd dat zij in de jaren tachtig hun slechtste albums hebben gemaakt, maar Waits maakte toen juist zijn beste albums. Na Swordfishtrombones volgde het waanzinnig goede Rain dogs, en toen nog Franks Wild Years en Bone Machine. Waits had in die jaren een creatieve explosie.
Die omslag kwam door zijn ontmoeting met zijn latere vrouw, Kathleen Brennan. ‘Zij heeft mijn leven gered’, zei hij er over. Na het eindeloze drinken en optreden veranderde met haar alles. Zij heeft hem een iets netter pak aangetrokken, hem aangespoord om minder te gaan roken en drinken. Ze heeft de muziek van zanger Captain Beefheart bij hem geïntroduceerd. Zo werd zijn muzikale palet veel breder.’
4. Big in Japan (1999)/ Groot in Japan
‘Met dit lied open ik mijn voorstelling, omdat het mijn persoonlijke kennismaking met het werk van Waits was. Als tiener in Breda zat ik in de punk: ik droeg legerkisten en leren jacks en ik had een hanenkam. Ik kreeg de verzamel-cd Punk-O-Rama 4, waarop allemaal harde punknummers stonden, maar ook Tom Waits met Big in Japan. Ik was een conservatieve punkliefhebber: als het niet hard genoeg was, luisterde ik het niet. Maar Big in Japan sprak me aan. Via de platenkast van mijn vader ging ik meer van Waits luisteren.
Het lied komt van Mule Variations, het album dat zijn oeuvre het beste samenvat. In Big in Japan hoor je een stompende, rockende Waits. In de tekst is hij op zijn meest ironisch. Het is een commentaar op zijn eigen carrière. Waits zingt hoe beroemd hij is in Japan, maar daarmee wordt hij eigenlijk juist een antiheld. Want Waits is de muzikant die in zijn eigen land niet aan de top staat, maar in Japan wel weet door te breken.’
5. God’s Away on Business (2002)/ God is weg voor zaken
‘Dit lied van het album Blood Money is eigenlijk geschreven voor de theatervoorstelling Woyzeck, die Waits in 2000 maakte met regisseur Robert Wilson. In dit nummer horen we de nihilistische Waits. Met polkamuziek en een heel grappige tekst zet hij een wereld vol graaiers neer. Hij schetst een apocalyptisch beeld, met zinnen als ‘Het schip zal zinken’, ‘Het druipt uit het ketelruim’, ‘de vloed gaat komen’. Met de ondergang in zicht gaat iedereen voor zijn eigen gewin.
Dat Waits een schijthekel aan commercie heeft, lijkt me duidelijk. Hij zingt: I’d sell your heart to the junk man for a buck. In mijn vertaling is dat geworden: ‘Ik slijt je hart aan de lompenboer schat / voor een piek.’ Zo’n tekst getuigt van persoonlijk engagement. Hij bespreekt maatschappelijke problemen altijd vanuit het menselijke drama.’
Bron: Joris Henquet, Volkskrant